Uit de Volkskrant van 24 november 2000:
Van onze verslaggeefster
Annieke Kranenberg
AMSTERDAM
Achter de flipperkast groeide de ‘dove, stomme en blinde’ Tommy van de gelijknamige rockopera van The Who (1969) uit tot een cultheld. Een flippervirtuoos oogstte in die dagen succes bij leeftijdgenoten. In het digitale tijdperk kan het stalen balletje jongeren niet meer boeien. In een verbluffend tempo ruilen cafetaria's en kroegen dekoningin van de amusements automaten in voor computer- en videospelletjes.
De jongelui willen tegenwoordig een beeldscherm en kunnen kiezen uit verschillende spelletjes, zegt F. van Tilburg van amusementsspelengigant Janshen & Hahnraths. Dat bedrijf importeert als enige in Nederland nog flipperkasten. Exacte cijfers zijn niet bekend, maar volgens Van Tilburg zijn er nu ruim vijfhonderd flipperkasten ‘uitgezet’. Enkele decennia terug - toen in elke snackbar, kroeg en kantine nog werd geflipperd - waren dat er 20 duizend.
Exploitanten van speelautomaten verdienen geen stuiver meer aan het Amerikaanse behendigheidsspel. De mechaniek is storingsgevoelig en het ontbreekt aan monteurs met flipper-knowhow. Gokhallen hadden de flipperkast, die veel ruimte inneemt, al verbannen. In cafés en snackbars heeft hij de genadeklap gekregen van ‘photoplay’ - een touchscreen met 32 spelletjes - waarvan er nu al 6500 in het land staan.
Om de tanende populariteit tegen te gaan, introduceerde Williams Electronics Games in 1999 de Pinball 2000: een flipperkast waar computerbeelden op het speelveld worden geprojecteerd. Deze revolutie op flippergebied leverde te weinig op. Vorig jaar stopte de fabriek van legendarische flippermerken met de productie van pinball, zoals de flipper kast in het Engels heet.
De Pinball 2000 lijkt in de verste verte niet op het schuin aflopende ‘biljart’ met spijkers uit 1931 waaraan pinball zijn naam ontleent. Met de Amerikaanse bevrijders kwam na de Tweede Wereldoorlog de eerste bulk flipperkasten naar Nederland. In de jaren zestig en zeventig bereikte flipperen zijn hoogtepunt. De kasten hadden thema's als sport en cinema, maar ook Playboy pin-ups - it takes steel balls to play pinball - waren populair.
Begin jaren tachtig kwam de flipperkast voor het eerst in de verdrukking door videospelen als Pacman en Space Invaders. De Terminator 2 (1991) zorgde voor een nieuwe opleving. In 1992 werden wereldwijd honderdduizend machines verkocht. Afgelopen jaar verkocht alleen fabrikant Stern Pinball Inc. nog nieuwe kasten: een magere tweeduizend.
Op de Nederlandse markt kosten tweedehands flipperkasten nu tussen de 1500 en 3500 gulden. In de Verenigde Staten zijn ze nog duurder door de grote vraag naar oude modellen en de hoge dollarkoers. Onlangs betaalde een verzamelaar daar ruim 25 duizend gulden voor een World CupSoccer-kast.
Europese handelaren ruiken winst en dus verdwijnen flipperkasten met containers tegelijk naar de VS, zegt G. Arens, voorzitter van de Nutteloze Flipper Vereniging (NFV). Een kast van 2500 gulden brengt volgens hem in Amerika al snel negenduizend gulden op. Liefhebber H. de Jager - bezig met een tweede boek over de flipperkast - verkocht op een beurs binnen een halfuur acht oude modellen aan een exporteur.
Omdat de flipperkast een bedreigde automaat is geworden, zoeken steeds meer liefhebbers hun heil bij de NFV, die kasten gaat preserveren. Het ledental is de afgelopen jaren rap gestegen naar 850. Die groei zal niet kunnen voorkomen dat de laatste flipperfabriek zijn deuren zal moeten sluiten, vreest De Jager. ‘Dat heet vooruitgang. De stoomtrein wordt ook niet meer gemaakt, maar des te meer gekoesterd.’